Er zijn 4 soorten vaarbewijzen
- Klein vaarbewijs voor plezierschepen met een lengte tot 25 meter
- Grootpleziervaartbewijs met dit vaarbewijs mag u met plezierschepen varen tot 40 meter lengte
- Beperkt groot vaarbewijs voor beroepsmatige vaart voor schepen tussen 20 en 40 meter lengte
- Groot vaarbewijs voor de grote beroepsvaart
Met een klein vaarbewijs mag u plezierschepen varen tot 25 meter lengte. Dat is een schip zo groot als een zwembad in een middelgrote stad. Maar u mag met hetzelfde klein vaarbewijs ook beroepsmatig varen. En wel schepen met een lengte tot 20 meter. Denk aan een pont (afhankelijk van het vaargebied) een bagger- of een peilschip.
U mag ook betalende passagiers meenemen, maar dan gaat het om maximaal 12 personen. Dan praten we over maximaal 14 opvarenden. U (de schipper) en eventueel 1 niet betalende matroos en de 12 betalende passagiers.
Voor het varen op de Noordzee is geen vaarbewijs vereist, wel echter voor het bevaren van de zeehavens!
Wilt u bedrijfsmatig gaan varen moet u naast uw vaarbewijs in het bezit zijn van een marifoon met het bijbehorende marifooncertificaat.
Wat betekent 1 of 2, A of B achter 'vaarbewijs'?
Vaarbewijs 1 of A
Voor het varen op rivieren, kanalen en meren m.u.v.:
- de Westerschelde;
- de Oosterschelde;
- het IJsselmeer (incl. Markermeer en IJmeer, excl. Gouwzee);
- de Waddenzee;
- de Eems;
- de Dollard.
Vaarbewijs 2 of B
Voor het varen op alle Nederlandse binnenwateren.
Koopt u een sleepboot, let op de lengte!
Zelfs mag u met een sleep- of duwboot vrachten meenemen, mits deze vrachten niet langer zijn dan 20 meter. Bent u van plan om een sleep- of duwboot aan te schaffen, let op de lengte. Is deze namelijk langer dan 25 meter wordt het een ander verhaal.
Zelfs indien u dit schip uitsluitend voor plezier gebruikt, heeft u namelijk een beperkt groot vaarbewijs nodig. En om dit papiertje te bemachtigen moet u kunnen aantonen dat u minimaal 3 jaar beroepsmatig op de binnenvaart hebt gevaren.
Noot
Er bestaat een vrijstellingsregeling, een ontheffingscertificaat voor sleepboten. Met dit certificaat kunt u aantonen dat er niet meer beroepsmatig gevaren wordt met de sleepboot. Dat houdt in dat u er ook niet meer mee mag slepen en dat de boot wordt aangemerkt als een pleziervaartuig.
Schepen langer dan 25 meter
Heeft u een schip met een lengte groter dan 25 meter en u vaart daarmee voor uw plezier, dan moet u niet alleen in het bezit zijn van het klein vaarbewijs, maar dient u tevens het grootpleziervaartbewijs (GPb) te halen. Om dit papiertje te bemachtigen moet u naast een theorietest ook een praktijktest afleggen. Dit mag op uw eigen schip. Met dit GPb mag u dan ook schepen varen tot 40 meter lengte.
Om zelfstandig alle andere schepen te mogen besturen heeftt u minimaal het (Beperkt) groot vaarbewijs nodig. Deze kunt u alleen krijgen indien u kunt aantonen dat u minimaal drie of vier jaar vaartijd op de binnenvaart hebt en vervolgens voor de diverse vakken een theorietest hebt behaald.
Welk vaarbewijs voor welk schip?
| Schepen tot 15 meter lengte die niet sneller kunnen varen dan 20 km/uur. | Geen |
| Een rubberboot, motorboot, waterscooter of jetski die sneller kan varen dan 20 kilometer per uur en niet langer is dan 25 meter. | KVB |
| Schepen met een lengte van 15 tot 25 meter die u niet bedrijfsmatig gebruikt. | KVB |
| Een schip met een lengte van 15 tot 20 meter dat voor bedrijfsmatig gebruik is bedoeld of bedrijfsmatig wordt gebruikt. | KVB |
| Een sleepboot of duwboot die u gebruikt om een schip met een lengte van maximaal 20 meter te slepen, langszij mee te voeren of te duwen. | KVB |
| Een pleziervaartuig van 25 tot 40 meter lang. | GPb |
| Een schip voor bedrijfsmatig vervoer met een lengte van 20 tot 40 meter. | BGVB |
| Een sleepboot of een duwboot met een lengte van 25 tot 40 meter, die u alleen als pleziervaartuig gebruikt. | BGVB |
| Een schip voor bedrijfsmatig vervoer met een lengte van minimaal 40 meter. | GVB |
| Een pleziervaartuig met een lengte van minimaal 40 meter. | GVB |
| Een passagiersschip voor bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 passagiers. | GVB |
| Een sleepboot of duwboot met een lengte van minimaal 40 meter, die u alleen als pleziervaartuig gebruikt. | GVB |
| Een schip dat een ander schip met een lengte van 20 meter of langer sleept, duwt of langszij (vast) meeneemt. | GVB |
Theorie en praktijk
| Klein Vaarbewijs | Geen praktijktoest nodig. Alleen een theorie-examen |
| Grootpleziervaartbewijs | Theorié een praktijktoets verplicht, geen vaartijd nodig. |
| Beperkt groot vaarbewijs | 3 jaar vaartijd (3 keer 180 vaardagen) kunnen aantonen + diverse theorié en praktijk examens. |
| Groot vaarbewijs | 4 jaar vaartijd (4 keer 180 vaardagen) kunnen aantonen + diverse theorié en praktijk examens. |
Mocht je nog vragen hebben naar aanleiding van dit overzicht, dan hoor ik dat natuurlijk graag.

